zaterdag 23 augustus 2025

Pelgrimeren van Diou naar Saint-Léon

Pelgrimsroute van Vézelay (F) via Le Puy-en-Velay (F) naar Santiago de Compostela (S)
Van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensis (GR13 & GR3)
Verbindingsroute van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Pelgrimeren van Diou naar Saint-Léon
Zondag 20 juli 2025 – 19,2 km lopen & 18,3 km fietsen.
Dag 10: 179,7 – 198,9 km
 
Bij het château van Saligny-sur-Roudon

















Verbindingsroute voor pelgrims van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Tijdens onze eerste pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2005 tot en met 2012 van het Friese Sint-Jacobiparochie (NL) via het Franse Vézelay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Lemovicensis naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Tijdens onze tweede pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2011 tot en met 2015 van het Franse Le Puy-en-Velay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Podiensis wederom naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Dit jaar (2025) gaan we de verbindingsroute voor pelgrims lopen van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensies, van Vézelay zuidwaarts naar Le Puy-en-Velay. Die pelgrimsroute heeft volgens de pelgrimsgids van Francois Lepère - ‘Chemin de Compostelle de Vézelay au Puy-en-Velay’ (2024) - een lengte van 452 kilometer, door Lepère in 17 etappes beschreven via de GR13 & GR3. Wij zijn van plan deze verbindende pelgrimsroute in 24 etappes te lopen.

Eerst fietsen van Saint-Léon naar Diou
Vandaag wandelen we daarvan de 10e etappe, van Diou naar Saint-Léon, over een etappe-afstand van 19,2 kilometer.
Voordat we die etappe gaan lopen, fietsen we eerst van Saint-Léon naar Diou, over een afstand van 18,3 kilometer.
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping Les Tournesols de Beaulieu in het Franse dorp Saint-Prix (of eigenlijk in het gehucht Beaulieu).  
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:15 uur, en rijden we met de auto – met er achter op het fietsenrek onze fietsen – van Saint-Prix naar Saint-Léon, waar we onze auto parkeren op een parkeerplek bij de Mairie. Dan fietsen we van Saint-Léon naar Diou, waar we onze fietsen stallen bij de Mairie & Proxi-supermarkt. 
Het is vanmorgen 17 graden Celsius als we vertrekken, en tijdens de autorit loopt de temperatuur op naar 19 graden Celsius. Het is vanmorgen aangenaam warm, maar wel geheel bewolkt.
De temperatuur stijgt vandaag wegens enkele zonnige perioden naar zo’n 23 graden Celsius tijdens onze etappe. 
Voordat we Saint-Léon naderen, hangen er dreigende wolken in de lucht. Het onweert af en toe licht, en ter hoogte van La Font des Crues voelen we de eerste regendruppels. Gelukkig blijft het droog tot aan het eind van deze etappe. Maar daarna slaat het weer fiks om, zie daartoe aan het eind van dit dagverslag.

Start bij het Canal Lateral de la Loire in Diou
Om 9:05 uur staan we bij onze fietsen bij de Proxi-supermarkt tegenover de Mairie van Diou klaar voor vertrek, en dan lopen we eerst over het parkeerterrein langs de school en het dorpshuis naar het lateraal kanaal van de Loire, waar we onze pelgrimsroute hervatten, waar we die gisteren onderbraken.
Via de brug steken we het lateraal kanaal van de Loire over, en direct daarna gaan we onder de spoorlijn door.
We gaan de Chemin de Bellevue op om dan door dit buurtschap Bellevue naar de A79 te lopen, waar we middels het viaduct onderdoor lopen. 
Dan passeren we de steengroeve aan onze linkerhand, en vervolgen het halfverharde brede pad door het bos ten zuiden van Les Petites Brosses.
Ter hoogte van Granvilliers, ten zuiden van het bosperceel, komen we langs een vijverpartij, waar we niet naar toe kunnen lopen, omdat die op privéterrein ligt, en is afgeschermd met een hekwerk en bomen en struiken.
Rechts van het pad zijn drie mannen bezig om hakhout te sprokkelen van de bomen en takken die het slachtoffer zijn geworden van de uitzonderlijk zware storm die hier zo’n vier weken geleden woedde.

Le Roudon over
Nog voordat we de hoeve van Pary bereiken, gaat het halfverharde pad over in een asfaltweggetje. Ten zuiden van de hoeve La Forêt gaan we een volgend asfaltweggetje op.  
Rechts van de weg liggen grote hooirollen in het veld, en in de berm passeren we regelmatig het mooie geelbloeiende Sint-Jacobskruid. Daar zijn boeren niet blij mee vanwege het vergiftigingsgevaar voor koeien en paarden, maar het is wel mooi om deze mooie plant zo langs het pelgrimspad te zien groeien en bloeien.
We komen langs een boerderij, waar een grote koppel gakkende ganzen het hoogste woord voert. Daar zie ik een oud rijtuigje in een open schuur staan.
We steken het riviertje Le Roudon over, waaraan de plaats Saligny-sur-Roudon haar naam ontleent. 
Als we bij de D55 aankomen, zien we dat de GR13 hier de weg oversteekt, en dan waarschijnlijk met een grote boog om Saligny-sur-Roudon gaat. Maar onze pelgrimsgids van Lepère wijst de weg aan via de D15 naar Saligny-sur-Roudon. Dat klopt met ons beeld dat natuurpaden zoals een GR-pad zoveel mogelijk door natuurlijke terreinen lopen, en dat pelgrimspaden zoveel mogelijk van plaats naar plaats lopen. Daarom gaan we over de D55 als pelgrims nu naar Saligny-sur-Roudon.
Om 10:45 uur zien we het château van Saligny-sur-Roudon al prominent staan. Een heel eind terug zagen we overigens al de daken van de château-toren en van de kerktoren.

Saligny-sur-Roudon
Om 10:50 uur wandelen we de bebouwde kom van Saligny-sur-Roudon binnen. De route laat ons op het kruispunt van wegen in het dorp direct rechtsaf het dorp weer uit gaan, maar dat doen wij nu nog niet, omdat we enerzijds een bezoek aan de kerk en aan het château willen brengen, en anderzijds omdat we onze koffiepauze in deze plaats willen hebben.
Door het dorp lopen we eerst naar de kerk, de Eglise Saint-Martin.
Bij de kerkdeur aangekomen, krijgen we die niet open, maar een Fransman die er tegenover woont, roept ons toe dat we een knop moeten indrukken voor toegang van deze kerk. Op de knop drukkend van de deurklink, gaat de deur nog niet open, en dan komt de Fransman bij ons en toont ons een electrische knop tegen de kerkmuur aan de linkerzijde van de kerkdeur, waarmee je de kerkdeur kunt ontsluiten.
We gaan naar binnen en bezichtigen deze Sint-Martinuskerk.
De kerk heeft een rustig en licht interieur.
We maken een rondje door deze Sint-Maartenkerk.
Daarna lopen we door naar het château.
Daar mogen we niet naar binnen, omdat het in privé-gebruik is.
Wel kunnen we door de poort in het poortgebouw een glimp opvangen van de binnenplaats van dit château, en zien we het mooie gekleurde metselwerk van de château-muren.
We lopen links even langs het château, om iets meer te kunnen zien van de bijzondere buitenkant van dit château.
Vervolgens lopen we terug naar de kerk, waar we lunchen op een bankje aan de voet van de toren van de Sint-Martinuskerk. 
Tot slot wandelen we Saligny-sur-Roudon uit, waarbij we langs een oude waterpomp komen bij een oude werkplaats. 

Dreigende luchten boven Puy Saint-Ambroise
Buiten Saligny-sur-Roudon gaan we eerst nog een eindje de D15 volgen, maar buiten de bebouwde kom komt dan de splitsing van de D15 en de D168. Wij volgen de D168, en passeren dan de buurtschappen Sauvelours, Les Vernais, en de hoeve l’Ardillat en het buurtschap Les Gouttes Pommiers, op het kruispunt waar de GR13 weer gaat samenvallen met onze pelgrimsroute.
Een klein eindje verder moeten we de asfaltweg van de D168 verlaten, om dan via een karrenspoor het veld in te gaan. Dan volgt een mooie veldroute tussen akkers en weilanden en langs boomsingels.
Even later zien we in de verte de hoogte oprijzen van Puy Saint-Ambroise, die we nu als richting aanhouden. We zien de donkere luchten langzamerhand ontstaan.
Als we bij Gros Loup zijn aangekomen, is de lucht nog donkerder en dreigender geworden, hetgeen laat zien dat er zomaar regen kan komen. Daar zijn we wel klaar voor. 
Als we langs twee vijvers van Gros Loup lopen, voelen we de eerste regendruppels, maar de regen zet gelukkig niet door.
Dan volgt nog een mooie klim, de Puy Saint-Ambroise op. Achter ons hebben we dan een mooi uitzicht over plaatsen zoals Diou in de verte.
Ter hoogte van Le Font des Crues moeten we even goed opletten, want hier ergens gaan de GR13 en onze pelgrimsroute voor een traject uiteen. Wij blijven de pelgrimsroute van Lepère volgen. 
Rond de top krijgen we voor het eerst zicht op de plaats Saint-Léon, waar onze route van vandaag ons naar brengt.
We lopen nu stevig door, want de rollende donder en de donkere lucht maakt duidelijk dat het onmiskenbaar fiks zal gaan regenen. Om 13:20 uur lopen we de bebouwde kom van Saint-Léon binnen. Nog steeds is het droog.

Saint-León
In Saint-Léon is het heel stil op straat. We lopen langs de plaatselijke kerk, en gaan er naar binnen.
Het is heel donker in de kerk, en de meeste kerkbanken, heiligenbeelden en andere ornamenten zijn met plastic afgedekt, omdat de kerk van binnen wordt gerestaureerd. 
In zo’n donkere kerk vallen de kerkramen dan natuurlijk wel extra op.
Naast het opvallende raam van het kruis, zien we rondom ook hele mooie kerkramen, zoals bijvoorbeeld van Sainte-Marthe.
Na dit kerkbezoek lopen we naar onze auto, stappen in, en rijden dan richting Diou om daar onze fietsen af te halen. We rijden nog maar net, of het begint met dikke druppels te regenen. We prijzen ons gelukkig dat wij net op tijd droog aan zijn gekomen in Saint-Léon.

Van Diou terug naar de camping in Saint-Prix
Onderweg naar Diou begint het steeds harder te regenen, en uiteindelijk krijgen we onderweg te maken met zware slagregen.
In Diou aangekomen regent het nog, en ook te hard om de fietsen op het fietsenrek te zetten. Daarom lunchen we eerst onder het afdak van de Mairie, waar bij onze aankomst ook een Schots fietsstel en drie Franse jongeren zitten te schuilen.
Als het lichter begint te regenen, rijd ik de auto achteruit onder het afdak, en kunnen we droog onze fietsen op het fietsenrek bevestigen. 
Dan rijden we van Diou terug naar onze camping. Onderweg wordt het droog, maar dan zien we ook de hevige impact van het zware weer dat we zojuist hebben gehad. Overal liggen takken en bladeren op de weg, dus hier moet sprake zijn geweest van zware regen en harde wind. De berm langs de D15 is wit, en dan zien we dat er hele dikke hagelstenen in de berm liggen, die zo dik zijn als mijn pink, dus dan begrijp je ook wel waarom er zoveel bladeren en takken op de weg liggen. Gelukkig hebben wij die dikke hagel niet letterlijk en niet figuurlijk op ons dak gekregen. We waren perfect op tijd klaar, en ook uit de streek waar het zware weer ons schade had kunnen toebrengen.
Op de camping aangekomen, horen we dat het hier wel even stormachtig is geweest, en heeft geregend, maar niet zo erg als 20 kilometer noordelijker. De rest van de middag en avond krijgen we af en toe te maken met een bui, dus op de camping buiten zitten, is geen optie meer vandaag; wel knus in de caravan overigens.

Pelgrimeren van Bourbon-Lancy naar Diou

Pelgrimsroute van Vézelay (F) via Le Puy-en-Velay (F) naar Santiago de Compostela (S)
Van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensis (GR13 & GR3)
Verbindingsroute van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Pelgrimeren van Bourbon-Lancy naar Diou
Zaterdag 19 juli 2025 – 14,2 km lopen & 12,7 km fietsen.
Dag 9: 165,5 – 179,7 km
 
Bij het Maria-kapelletje net voorbij Saint-Aubin-sur-Loire

















Verbindingsroute voor pelgrims van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Tijdens onze eerste pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2005 tot en met 2012 van het Friese Sint-Jacobiparochie (NL) via het Franse Vézelay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Lemovicensis naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Tijdens onze tweede pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2011 tot en met 2015 van het Franse Le Puy-en-Velay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Podiensis wederom naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Dit jaar (2025) gaan we de verbindingsroute voor pelgrims lopen van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensies, van Vézelay zuidwaarts naar Le Puy-en-Velay. Die pelgrimsroute heeft volgens de pelgrimsgids van Francois Lepère - ‘Chemin de Compostelle de Vézelay au Puy-en-Velay’ (2024) - een lengte van 452 kilometer, door Lepère in 17 etappes beschreven via de GR13 & GR3. Wij zijn van plan deze verbindende pelgrimsroute in 24 etappes te lopen.

Eerst fietsen van Diou naar Bourbon-Lancy
Vandaag wandelen we daarvan de 9e etappe, van Bourbon-Lancy naar Diou, over een etappe-afstand van 14,2 kilometer.
Voordat we die etappe gaan lopen, fietsen we eerst van Diou naar Bourbon-Lancy, over een afstand van 12,7 kilometer.
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping Les Tournesols de Beaulieu in het Franse Saint-Prix (Beaulieu).  
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:05 uur, en rijden we met de auto – met er achter op het fietsenrek onze fietsen – van Saint-Prix naar Diou, waar we onze auto parkeren op het parkeerterrein tegenover de Mairie. Dan fietsen we van Diou naar Bourbon-Lancy, waar we onze fietsen stallen bij de VVV en de Tour de l’Horloge, op het stadsplein, waar op dat moment de warenmarkt is. 
Het is vanmorgen 19 graden Celsius als we vertrekken, en tijdens de autorit loopt de temperatuur op naar 22 graden Celsius. Het is vanmorgen dus al tamelijk warm, maar wel geheel bewolkt, met hier en daar ietwat dreigende wolken, die regen voorspellen. Tijdens het fietsen blijft het droog, maar als we zijn aangekomen in Bourbon-Lancy en voorafgaand aan onze etappe eerst even een kop koffie willen drinken, begint het te regenen. Vanaf dat moment blijft het doorgaans regenen, met af en toe even een droge periode tussen de buien door. Het regent overigens niet hard, maar wel zo hard dat het dragen van de regenbroek en de regenponcho nodig is en nodig blijft. Na aankomst in Diou wordt het droog, en vanaf dat moment breekt de zon door.
De temperatuur daalt vandaag naar zo’n 17 graden Celsius tijdens onze etappe. Vergeleken met de temperaturen van 27-30 graden Celsius van de afgelopen dagen, is het wel aangenaam om zo’n koele dag er tussendoor te hebben.

Vertrek met regen vanuit een schilderachtig Bourbon-Lancy 
Om 8:50 uur staan we bij onze fietsen op het stadsplein van het prachtige Bourbon-Lancy klaar voor vertrek, en dan lopen we eerst even door de winkelstraat, omdat we weten dat daar een café-terras open is. Als we daar aankomen, begint het te regenen. De café-eigenaar zet alle terrasmeubilair snel binnen, waar de café-gasten al zitten, en dan bestellen we een kop koffie.
Na deze koffiestart verlaten we het café. Het regent onophoudelijk, dus we trekken onze regenkleding aan in het café, en gaan dan naar buiten, de regen in. Drie koffiedrinkende dames kijken ons bij ons vertrek dan meewarig aan. De route geeft aan dat we de binnenstad uit moeten lopen over een steile afdaling door smalle stadstraatjes. Aan het eind van een smal voetpaadje komen we dan echter vóór een beekje te staan, die we over zouden moeten steken. Maar het brugdek ontbreekt van dit beekbruggetje, dus we moeten over het smalle paadje weer naar boven klimmen, om dan een alternatieve route te proberen. Verderop zien we trouwens het Thermen-centrum van dit kuuroord.
Uiteindelijk staan we dan om 9:50 uur aan het begin van de Chemin de la Forêt, waar we nog een mooie terugblik krijgen op de stad achter ons. Ondertussen horen we het regelmatig onweren om ons heen. En ook dat blijft met enige tussenpozen nog wel een uur aanhouden.

Veel stormschade in Forêt de Germigny
De Chemin de la Forêt voert ons het bos van Germigny in. Waar het asfalt ophoudt, gaat het over in een mooi breed bospad, dat verderop overigens regelmatig een eindje heel smal is.
Waar we figuurlijk niet omheen kunnen, maar letterlijk wel, zijn de vele bomen van allerlei soorten en omvang die in het bos zijn omgewaaid vanwege de zware storm van zo’n vier weken geleden. 
We staan regelmatig vóór zo’n omgevallen boom die de doorgang verspert. Dan zit er niets anders op dan links of rechts het bos in te gaan teneinde op een doorgangsmogelijkheid zo’n boom te passeren.
Op andere plekken duwen we takken omhoog om een doorgang te forceren, of klauteren we over de takken of over een boomstam heen.
Waar we het Forêt de Germigny verlaten, gaat de route verder over een mooie veldpad door het open veld.
Waar dat veldpad uitkomt op een asfaltweg, geeft de rood-witte route van de GR aan dat we linksaf zouden moeten gaan, maar de pelgrimsgids van Lepère laat op de kaart zien dat onze pelgrimsroute rechtsaf gaat, afdalend in de richting van de Loire, dus die route volgen we.

Reeën bij Château de Saint-Aubin langs de Route du Champbon
De asfaltweg voert ons heuvelafwaarts naar de Route du Champbon, ofwel de D979. Die weg moeten we zuidwaarts volgen, maar dat hoeft gelukkig niet over deze drukke verkeersweg. Er loopt namelijk een langeafstandsfietspad langs deze D979, en dat is de route die wij dienen te volgen, conform de wandelgids.
Dit fietspad loopt langs het landgoed van Château de Saint-Aubin. Tussen het fietspad en het landgoed is een enorm lange en hoge muur gebouwd, die alle zicht op het château ontneemt. Door twee kleine hekwerken in die muur heen kunnen we iets van de gevel gewaar worden, maar ook de bomen verhullen het château, waar we dus nauwelijks iets van zien.
Wat we wel zien, zijn twee reeën, die in de verte op en langs het fietspad lopen. Het lijkt erop dat ze van het landgoed komen, maar de plek terug door het hekwerk niet kunnen vinden, en dat ze ook niet de D979 over durven te steken, omdat daar zo vaak een auto passeert. 
Als ze ons zien, zit er voor hen niets anders op dan door de berm en over het fietspad vóór ons uit te rennen, totdat ze op een gegeven moment voorbij het landgoed linksaf het ruige veld in kunnen vluchten, waar we ze even later zien staan en lopen tussen het hoog opgeschoten gras.

Pauze met regen in Saint-Aubin-sur-Loire
We blijven het fietspad volgen naar Saint-Aubin-sur-Loire, dat we binnenwandelen ter hoogte van een vroeger overwegstation. 
Dit stationsgebouwtje huisvest momenteel een keurig verzorgde toilet-unit, waar passerende langeafstandswandelaars en langeafstandsfietser tijdens hun etappe naar hartenlust gebruik van kunnen maken, hetgeen ook wij doen.
Vanwege het overstekende dak kunnen we onze rugzakken tegen de muur zetten, waar ze dan droog blijven. Wij houden de regenkleding aan, en gaan daarin op een bankje zitten onder een grote boom bij het voormalige station. Daar houden we onze broodjes- met koffiepauze, terwijl de regendruppels vanuit de boom onophoudelijk om en over ons heen druppelen. Maar het gaat prima zo, dus we nemen even rustig de tijd voor deze pauze in de lichte regen.

Langs Maria naar een château
Als we klokslag twaalf uur Saint-Aubin-sur-Loire achter ons laten, horen we rechtsachter ons de kerkklokken van de dorpskerk luiden. Als we het dorp via de Rue Barraud achter ons laten, komen we langs een woning waarbij in de tuin aan de weg een klein Maria-kapelletje staat, met daarin een beeld van Maria met het kindje Jezus.
Ruim tien minuten later passeren we de boerderij van La Vèvre. Inmiddels is hier het asfalt al overgegaan in een halfverhard karrenspoor, stijgend en dalend door het golvende landschap.
Nog weer ruim een kwartier later komen we aan in het buurtschap Brosse, bestaande uit enkele bij elkaar gebouwde huizen. 
Bij de uitgang van het gehucht staat een château langs de weg, dat vanaf de top een prachtig uitzicht heeft over de vallei aan de voorzijde.
Net buiten Brosse krijgen we dan al het zicht op Diou aan de Loire, waar we vandaag naar toe lopen.

Loire en lateraalkanaal bij Diou 
Om 12:45 uur komen we na een lange, geleidelijke afdaling aan bij de rivierbrug over La Loire.
We steken direct de hier al brede rivier de Loire over.
Aan de overzijde moeten we in de bocht de doorgaande weg oversteken, omdat we daar over het wandel- en fietspad langs het lateraalkanaal van de Loire richting Diou moeten lopen.
Zo blijven we het asfaltpad langs dit Canal Lateral de la Loire volgen, totdat we ter hoogte van de Mairie van Diou langs de parkeerplaats lopen, waar wij vanmorgen onze auto hebben geparkeerd.
Hier verlaten we de doorgaande pelgrimsroute om 13:10 uur, om dan door de regen eerst onze auto nog even voorbij te lopen, om onder een overkapping naast de Mairie onze lunchpauze te hebben. Hier kunnen we droog onze regenkleding uittrekken, en lunchen.
Op het moment dat we klaar zijn met lunchen, is het droog geworden, en lopen we naar de auto, waarna we terugrijden naar Bourbon-Lancy om onze fietsen daar af te halen. 
Het blijft droog, en naarmate we dichter bij onze camping in Saint-Prix/Beaulieu komen, breekt de zon steeds meer door, en wordt het aangenaam zonnig weer. 
En ook de rest van de dag blijft het mooi weer.

Reisdag van Luzy naar Saint-Prix (Beaulieu)

Vrijdag 18 juli 2025
 
Camping Les Tournesols de Baulieux bij Saint-Prix

















Luzy
Na onze tweede serie van vier aaneengesloten wandeldagen van Vézelay naar Le Puy-en-Velay hebben Durkje en ik vandaag een reisdag.
Vanmorgen slapen we tot ongeveer 8:00 uur eerst maar eens lekker uit, en daarna beginnen we deze dag met een rustig ontbijt bij de caravan op Camping La Bedure in het Franse Luzy.
Na het ontbijt maken we de caravan klaar voor vertrek. 
Voordat we vertrekken, nemen we afscheid van onze Nederlandse overburen, en van de Nederlandse beheerder van deze camping.

Bert
Om 10:45 uur verlaten we de Camping La Bedure, om eerst op weg en op onderzoek te gaan naar de municipal camping van het dorpje Bert, om ter plekke te bekijken of daar voor ons een geschikte kampeerplek is voor de komende vier wandeldagen. 
Bij aankomst zien we dat er slechts één van de chalets is bezet, dat er een kinderkampement met zo’n twintig Franse kinderen op de camping is, en dat de enkele kampeerplekken die beschikbaar zijn in het geheel niet bezet zijn. 
Van de receptioniste bij het naastliggende zwembad horen we dat we gewoon een plek kunnen uitzoeken, en dat we de laatste dag vóór ons vertrek terug kunnen komen om te betalen, en verder zijn er geen registratievereisten.
We weten dat er een kwartier verderop nog een andere camping is, in Saint-Prix, en we besluiten om daar eerst ook even te gaan kijken. 
Als die geen plek heeft, of minder geschikt is dan deze in Bert, kunnen we altijd nog terugrijden naar Bert om daar ons kampement op te slaan.

Saint-Prix
We komen dan uiteindelijk terecht bij een camping in het kleine streekdorpje Saint-Prix, bij de mini-camping Les Tournesols de Baulieux, in het gehucht Beaulieu, waar we heel hartelijk worden ontvangen door de Nederlandse eigenaars, oorspronkelijk afkomstig uit Capelle aan den IJssel, en nu al zo’n 20 jaar grotendeels woonachtig in Saint-Prix, waar ze indertijd deze mini-camping met tien kampeerplaatsen hebben opgestart. 
Er staan twee kleine huur-chalets, drie grote huur-caravans met voortenten, en er zijn vijf kampeerplekken, waarvan we er één van de vier nog beschikbare uitzoeken en ons daar installeren. 
Op deze camping is al een gezin met drie kinderen uit het zuid-Drentse Zuidwolde, en halverwege de middag komt er nog een stel met een kampeerbusje uit Luxemburg naast ons staan. Totaal zijn we vannacht met 5 + 2 + 2 = 9 gasten op deze camping; best wel gezellig, en voor ons heel geschikt als uitvalsbasis voor de volgende vier pelgrimsdagen.

Camping Les Tournesols de Baulieux
We arriveerden op deze camping om ongeveer half één, en we kunnen in overleg met de eigenaresse direct het terrein op. 
Dan gaan we de caravan installeren, en na wat gegeten te hebben, gaan we enkele kilometer verderop bij Lapalisse bij de Intermarché-supermarkt onze boodschappen voor de komende vier wandeldagen halen.
Het is vandaag overigens lekker warm vakantieweer. Bij aankomst op de camping is het al 29 graden Celsius, en die temperatuur loopt vanmiddag nog wel enigszins op. 
Vanavond eten we bij de caravan. 
Tussen de bedrijven door is er voldoende tijd om het wandelverslag van gisteren nog te schrijven, en om dit dagverslag van vandaag te schrijven.

Pelgrimeren van Issy-l’Evêque naar Bourbon-Lancy

Pelgrimsroute van Vézelay (F) via Le Puy-en-Velay (F) naar Santiago de Compostela (S)
Van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensis (GR13 & GR3)
Verbindingsroute van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Pelgrimeren van Issy-l’Evêque naar Bourbon-Lancy
Donderdag 17 juli 2025 – 25,3 km lopen & 25,6 km fietsen.
Dag 8: 140,2 – 165,5 km
 
In het oude stadscentrum van Bourbon-Lancy

Verbindingsroute voor pelgrims van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Tijdens onze eerste pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2005 tot en met 2012 van het Friese Sint-Jacobiparochie (NL) via het Franse Vézelay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Lemovicensis naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Tijdens onze tweede pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2011 tot en met 2015 van het Franse Le Puy-en-Velay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Podiensis wederom naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Dit jaar (2025) gaan we de verbindingsroute voor pelgrims lopen van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensies, van Vézelay zuidwaarts naar Le Puy-en-Velay. Die pelgrimsroute heeft volgens de pelgrimsgids van Francois Lepère - ‘Chemin de Compostelle de Vézelay au Puy-en-Velay’ (2024) - een lengte van 452 kilometer, door Lepère in 17 etappes beschreven via de GR13 & GR3. Wij zijn van plan deze verbindende pelgrimsroute in 24 etappes te lopen.

Eerst fietsen van Bourbon-Lancy naar Issy-l’Evêque
Vandaag wandelen we daarvan de 8e etappe, van Issy-l’Evêque naar Bourbon-Lancy, over een etappe-afstand van 25,3 kilometer.
Voordat we die etappe gaan lopen, fietsen we eerst van Bourbon-Lancy naar Issy-l’Evêque, over een afstand van 25,6 kilometer.
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping La Bedure in het Franse Luzy.  
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:20 uur, en rijden we met de auto – met er achter op het fietsenrek onze fietsen – van Luzy naar Bourbon-Lancy, waar we onze auto parkeren op het parkeerterrein aan de Avenue de la Republique. Dan fietsen we van Bourbon-Lancy naar Issy-l’Evêque, waar we onze fietsen stallen op het dorpsplein. Het is vanmorgen 19 graden Celsius als we vertrekken. Het is vroeg in de ochtend nog nagenoeg geheel bewolkt, en er waait vandaag doorgaans een frisse wind. We zien nog enkele donkere wolken over ons komen, maar het weer blijft top. Het wordt een warme zomerse dag met veel zon en overwegend onbewolkt. De temperatuur loopt vandaag op tot zo’n 30 graden Celsius tijdens onze etappe. We hebben vandaag een aangename – wel warme - wandeldag.

Vertrek vanuit Issy-l’Evêque
Om 9:20 uur staan we bij onze fietsen op het dorpsplein van Issy-l’Evêque klaar voor vertrek, en dan zien we dat de deur van het plaatselijke café-bistro open staat. We gaan er op het terras zitten, en drinken daar eerst een lekkere kop koffie, alvorens we van start gaan.
Na deze koffiestart verlaten we om 9:55 uur Issy-l’Evêque ter hoogte van een tamelijk bont versierde woning.
Buiten het dorp steken we via de brug de rivier La Somme over.
Als we dan klimmend hogerop door Le Pavillon lopen, zien we links in het dal nog Issy-l’Evêque  liggen.
Het asfalt gaat over in halfverharde en onverharde veldpaden, en achtereenvolgens komen we dan door buurtschappen en/of langs de hoeves van Les Longvas, La Famine en Les Morrets.

Château de Montperroux 
Over mooie veldpaden gaan we stijgend verder. Vóór ons zien we al lange tijd een burcht-achtig gebouw op een top staan. Om 10:50 uur komen we op die top en dan blijkt dat Château de Montperroux te zijn.
Op de top aangekomen, zien we vóór ons in de vallei ook alvast Grury liggen, waar we nu naar op weg zijn.
Als we om de top heen draaien en achterom naar boven kijken, kunnen we deze gecombineerde burcht-boerderij in zijn oude glorie bekijken.
Het is een imposant gebouw, met een forse donjon als onderdeel van de burcht-boerderij.
Het volgende buurtschap waar we doorheen komen, is Les Richard, bestaande uit enkele woongebouwen en een zwaar vervallen ruïne.

Grury
Om 11:20 uur wandelen we Grury binnen, een iets grotere plaats op deze etappe. We worden bij het binnenwandelen van het dorp in stilte gadegeslagen door twee katten, die vanuit een openstaand raam van een hogere verdieping ons door de straat voorbij zien komen.
In het dorpscentrum lopen we recht op het café en de kerk af. 
Eerst gaan we de kerk binnen, waar we in het toegangsportaal langs een rechtopstaande grafsteen komen, met de afbeelding van een ridder, met erbij diens familiewapen, waarin ook 12 Jacobsschelpen staan afgebeeld.
Aan beide zijden hangen onderaan ook nog twee zwaar beschadigde familiewapens, met daarin ook die Jacobsschelpen.
We gaan de kerkzaal binnen, en maken een rondje door de kerk.
Dan gaan we naar buiten en lopen het terras op naast het dorpscafé, waar we een kop koffie en koud bronwater bestellen voor onze koffiepauze van vandaag.
Buiten de bebouwde kom van Grury gekomen, lopen we via de D42 om een grote vijver heen, l’Etang de Montperroux.
Aan het eind van de vijver, bij de brug met daaronder een kleine stuw, gaan we een bosperceel in.

Langs Chez l’Avocate
Net voorbij de rand van het bosperceel, als we een eindje bergopwaarts zijn gegaan, gaat het bospad over in een bosrandpad. Op die plek is een boom omgevallen, waar we met enige acrobatiek vrij eenvoudig onderdoor kunnen lopen.
Even later passeren we een oude burchtboerderij met een vierkante toren. De forse ronde donjon die erachter staat, is al zwaar in verval geraakt.
We steken een asfaltweg over, en gaan dan over een klimmend veldpad door naar de D42. Die volgen we een klein eindje, totdat we in de bocht van de D42 bij de boerderij van Chez l’Avocate bij een kudde koeien de asfaltweg verlaten om weer een mooi klimmend veldpad op te gaan.
Als we even later al hoger zijn geklommen, en achterom kijken, kunnen we in de verte nog steeds het hoog op de top staande Château de Montperroux zien staan.
En als we vóór ons uit kijken, zien we in de verte alvast de berg met het bos van de berg Signal de Mont (469 meter hoog). Dat bos moeten we straks nog door, en die berg nog over.

Route Barrée
We komen bij het buurtschap Valency, waar we de asfaltweg op gaan. Een klein eindje verder op die asfaltweg staat bij een T-kruising de aanduiding van ‘Route Barrée’, waar de weg dus is afgesloten voor het doorgaande verkeer.
We zien dat er net is geasfalteerd, en dan is het op het nog natte asfalt eigenlijk niet verantwoord er overheen te lopen. Gelukkig is de berm net breed genoeg om daar wel te lopen, dus ondanks de wegafsluiting wagen we het erop, en gaan door de berm langs de pas geasfalteerde weg, op goed geluk. 
Aan het eind van het traject van enkele honderden meters komen we wederom langs een T-kruising, waar de asfalteerploeg bezig is om met een kruiwagen in de bocht nog de laatste hand te leggen aan de aansluiting van het nieuwe op het oude asfalt. De mannen groeten ons en gaan rustig verder met hun asfalteerwerk, maar de man op de rijdende wals heft zijn handen met enthousiasme hoog op, als ik in ons voorbijgaan een foto maak van deze asfalteerploeg. Hij heeft er zichtbaar schik in dat er zo’n pelgrimerend stel voorzichtig door de smalle berm langs het nieuwe asfalt manoeuvreert.
Zonder belemmeringen kunnen we daarna verder lopen door en langs buurtschappen zoals Le Breul, Chez le Baron, Longvets, Les Monthérys, naar Chizeuil. Bij deze tot woonhuis verbouwde oude boerenhoeve gaan we het bos van Signal de Mont in.

Bergbosroute op en neer van Signal de Mont
Die bergbosroute begint met een mooie holle weg door het bos.
Dan volgt een afdaling naar het bosbeekje van La Teugne. Dat is een lastige afdaling, vanwege de vele dikke stenen en rotsen waarover we die afdaling maken. In het diepe beekdal aangekomen, passeren we de ruïne van een oud huis, dat hier vroeger waarschijnlijk is gebouwd vanwege de aanwezigheid van het beekwater.
En als je dan zo’n stevige afdaling hebt gehad, volgt er natuurlijk een fikse stijging. Maar eerst moeten we op een doorwaadbare plek de bosbeek La Teugne oversteken, hetgeen we met de nodige voorzichtigheid doen over de enkele stapstenen die in de beek liggen. 
En dan gaat het vanzelfsprekend stevig omhoog; ook nu weer over een ruig pad van dikke stenen en rotsen. Iets hogerop worden de dikke stenen kleiner, wat het stijgen vergemakkelijkt.
Even later passeren we in het bos Les Loges.
En als we dan na enkele keren klimmen en dalen het hoogste punt hebben bereikt, volgt een nog weer heel lange afdaling over goed begaanbare bospaden, af en toe even schaduwdonker, en dan weer fel verlicht door de zon op de plekjes waar het bos iets opener is.
En dan om 14:30 uur bereiken we eindelijk de andere zijde van de beboste berg van Signal de Mont, waar we - als we goed kijken – kilometers in de verte alvast het stadje Bourbon-Lancy zien liggen, waar we vandaag naar op weg zijn.

Idyllisch lunchen aan de vijver van Le Clapet
We hebben nog enkele kilometers te gaan, en eigenlijk is het ook wel de hoogste tijd voor onze lunchpauze, dus, op zoek naar een geschikte pauzeplek. 
Het asfaltweggetje waarop we voortgaan, gaat ineens over in een veldpad door een boomsingel.
Als we een heel eind verder zijn, en aankomen bij het geruïneerde boerderijtje van Le Clapet, staan we ineens bij een prachtig uitgestrekte vijver in het open veld.
Een meeuw en twee witte reigers staan op enkele takken bij elkaar, op een boom die in het water is gevallen. 
Een grote groep witte reigers verderop vliegt op als we om de vijver heen gaan lopen, waarbij wij nog steeds op zoek zijn naar een geschikte zitplek voor onze lunchpauze.
Die plek vinden we aan het eind van de vijver, waar in een weiland een oude oldtimer-bus staat, die door enkele schapen wordt gebruikt als plek om uit de brandende zon te blijven.
Aan het water staat een hokje, dat is gebouwd van golfplaten. Ik kan de deur openen, en zie dat het een al lang verlaten hokje is van sportvissers, die hier in de loop der jaren hun sportvisfoto’s hebben opgehangen. Er staan nog enkele stoelen in het hokje, waarvan nog twee net bruikbaar zijn om op te zitten.
Die haal ik uit het hokje, en zet die aan de rand van de vijver in de schaduw van een grote boom, waar we dan plaatsnemen voor onze aangename lunchpauze aan het water en in de schaduw. 
Ondertussen scharrelen de schapen al weer rond de oldtimer-bus, hun schaduwplek, waar ze dankbaar gebruik van maken.
Als we ons brood zitten te eten, ziet Durkje ineens in de vijver iets zwemmen, iets langwerpigs. Bij goed kijken, en door gebruik te maken van de zoomlens van ons fototoestel zien we dat het hier gaan om een bever, die van rechts naar links de hele vijver zwemmend doorkruist. Heel mooi om te zien.
Om 15:20 uur laten we deze idyllische lunchplek achter ons, en gaan we verder voorwaarts door het veld.

Over veldpaden naar de stad
Tien minuten later lopen we door een beboste bedding van een waterloop. 
Uiteindelijk komen we door en langs singels weer in het open veld, waar we een doorsteek over een weidepad moeten maken naar een asfaltweg.
Als we die asfaltweg in de richting van Bourbon-Lancy volgen, krijgen we al snel ook het zicht op de stad van onze dagbestemming. Bij Freminet bereiken we de eerste bebouwing aan de rand van de stad.
Waar we de D60 bereiken, gaan we ter hoogte van een meters hoog vertikaal naambord van Bourbon-Lancy de bebouwde kom van de stad binnen.
 
Prachtige binnenstad van Bourbon-Lancy
Nu lopen we de stad binnen, en komen langs de grote kerk van Bourbon-Lancy. De toegang tot deze forse kerk is helaas verboden, dus we kunnen de kerk jammer genoeg niet in. 
Direct erna komen we op het mooie stadsplein langs het stadhuis en het oorlogs-monument.
Bij de VVV halen we een stempel voor onze pelgrimspaspoorten, en daar worden we door de receptioniste doorverwezen om ook een gemeentestempel te halen in het stadhuis. We lopen even over het stadsplein terug naar het stadhuis, en krijgen daar inderdaad ook een stempel in onze pelgrimspaspoorten.
Dan lopen we over het stadsplein naar de Tour de l’Horloge, de klokkentoren.
Als we door dit poortgebouw lopen, komen we in het oude stadsdeel.
Het is heel verrassend hoe schitterend deze oude stadsstraat eruit ziet, met de vakwerkhuizen aan beide zijden van de straat.
We lopen weer terug naar de Tour de l’Horloge, en steken dan rechtdoor door de winkelstraat, en aan het eind ervan komen we in de straat waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd.
Op het terras van een bakkerswinkel drinken we eerst een heerlijk koud blikje cola, en na er ook brood voor morgen gekocht te hebben, stappen we in de auto en rijden we terug naar Issy-l’Evêque, waar we onze fietsen afhalen van het dorpsplein. Tot slot rijden we dan terug naar onze camping in Luzy, waar we nog één nacht zullen doorbrengen, omdat we morgen na ons tweede blokje van vier pelgrimsdagen gaan verkassen naar een volgende camping, zuidelijker van waar we nu wandelden.

vrijdag 22 augustus 2025

Pelgrimeren van Millay naar Issy-l’Evêque

Pelgrimsroute van Vézelay (F) via Le Puy-en-Velay (F) naar Santiago de Compostela (S)
Van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensis (GR13 & GR3)
Verbindingsroute van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Pelgrimeren van Millay naar Issy-l’Evêque
Woensdag 16 juli 2025 – 21,8 km lopen & 18,7 km fietsen.
Dag 7: 118,4 – 140,2 km
 
Koffiepauze op een hooirol bij Combe du Loup

















Verbindingsroute voor pelgrims van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Tijdens onze eerste pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2005 tot en met 2012 van het Friese Sint-Jacobiparochie (NL) via het Franse Vézelay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Lemovicensis naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Tijdens onze tweede pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2011 tot en met 2015 van het Franse Le Puy-en-Velay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Podiensis wederom naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Dit jaar (2025) gaan we de verbindingsroute voor pelgrims lopen van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensies, van Vézelay zuidwaarts naar Le Puy-en-Velay. Die pelgrimsroute heeft volgens de pelgrimsgids van Francois Lepère - ‘Chemin de Compostelle de Vézelay au Puy-en-Velay’ (2024) - een lengte van 452 kilometer, door Lepère in 17 etappes beschreven via de GR13 & GR3. Wij zijn van plan deze verbindende pelgrimsroute in 24 etappes te lopen.

Eerst fietsen van Issy-l’Evêque naar Millay
Vandaag wandelen we daarvan de 7e etappe, van Millay naar Issy-l’Evêque, over een etappe-afstand van 21,8 kilometer.
Voordat we die etappe gaan lopen, fietsen we eerst van Issy-l’Evêque naar Millay, over een afstand van 23,9 kilometer.
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping La Bedure in het Franse Luzy.  
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:20 uur, en rijden we met de auto – met er achter op het fietsenrek onze fietsen – van Luzy naar Issy-l’Evêque, waar we onze auto parkeren op het grote dorpsplein. Dan fietsen we van Issy-l’Evêque naar Millay, waar we onze fietsen stallen op de parkeerplek van Aire de la Pierre de Saint-Maurice aan de D981, als locatie ook wel aangeduid La Goulette. Het is vanmorgen 17 graden Celsius als we vertrekken. De zon zien we nog niet, want het is nagenoeg geheel bewolkt, en er waait vandaag doorgaans een frisse wind. Het wordt wel een zomerse dag met wisselvalligheid met betrekking tot af en toe zon en overwegend bewolking. De temperatuur loopt vandaag op tot zo’n 27 graden Celsius tijdens onze etappe. We hebben vandaag een aangename wandeldag.

Vanuit Gare de Millay/La Goulette via La Boutille bergopwaarts
Om 9:00 uur staan we bij onze fietsen op de parkeerplaats tussen Gare de Millay en La Goulette klaar voor vertrek.
We steken de D981 over en gaan langs het restaurant op deze locatie een smal onverhard pad op, door een boomsingel omhoog. Ineens zie ik vijf meter vóór me een bever vanuit het veld het pad oversteken, waar de bever een hol in duikt in de boomsingel die grenst aan het beekje dat hier stroomt. 
Na een klim komen we aan in het buurtschap La Boutille, dat we doorkruisen.
Daarna komt het vervolg van een lange en vaak steile klim bergopwaarts, over smalle en bredere bospaden. Ineens horen we van voren het geluid naderen van een bespeelde mondharmonica. Dan komt ons een jongeman tegemoet met rugzak, die tijdens zijn afdaling op de mondharmonica speelt.
Na die lange klim krijgen we vanaf een breed bergpad door een opener terrein een heel mooi vergezicht  over de vallei en de bergen van de Morvan.
 
Koffie op hooi bij Combe du Loup
En dan is het moment aangebroken om de afdaling in te zetten.
Daarna gaat het weer bergopwaarts door een bosgebied over mooie bospaden.
Zo rond 10:40 uur zijn we op grote hoogte aangekomen, en hebben we over een asfaltweggetje lopend, een prachtig vergezicht wederom over de bergen en dalen van de Morvan.
We lopen tussen graslanden en akkers, waarvan enkele met maïs, maar veel vaker met graanstoppels of nog graan.
Vlak vóór Moragne hebben we het asfalt verlaten, om weer een veldpad op te gaan. 
Op het bosrandpad van Combe du Loup aangekomen, moeten we onder een omgevallen boom door lopen, maar omdat die nogal hoog op gaat, kunnen we daar gemakkelijke onderdoor.
We zijn al langere tijd op zoek naar een comfortabele zitplek voor onze koffiepauze, en dat wil maar steeds niet lukken, maar direct nadat we onder die omgevallen boom heen zijn gegaan, zien we vóór ons heel verrassend een grote ronde hooirol op het veldpad liggen, met de platte kant naar boven.
Die hooirol hoort hier natuurlijk niet te liggen, en bij enig rondkijken, concluderen we dat deze enorme hooirol afkomstig is van een aangrenzend grasland, waarop meerdere hooirollen liggen om er afgehaald te worden. Het is wel duidelijk dat deze hooirol op het pad op de helling van het grasland aan de rol is geraakt, en pardoes over het draad-afrastering is gerold, door het struikgewas is gerold en tot stilstand is gekomen op dit veldpad, waar hij nu als een blok zo vast ligt.
We maken van deze situatie gebruik, klimmen bovenop de platte kant van de hoge hooirol, en genieten daarop van onze koffiepauze, met een prachtig uitzicht over het bergland rondom ons.

Via Les Ramelauges en Bucheleure naar La Croix de l’Arbre
Na heerlijk in de zon gezeten te hebben, met de verfrissende wind van voren, springen we van de hooirol af, en gaan we verder. 
Langs het pad komen we voorbij een dode boom, die zich decoratief aftekent tegen de blauwe lucht met witte wolken.
Om 12:10 uur lopen we weer op dusdanig grote hoogte dat we rechtsachter ons diep en ver in de vallei de stad Luzy nog zien liggen, waar onze camping is.
Vanuit een bosgebied naderen we een bosrandpad.
Daar gaan we dan vanuit een tamelijk donker gebied, het volle licht weer in.
Dat betekent in dit geval ook dat we daarmee weer volop door de zon worden beschenen.
Voorbij Les Ramelauges gaan we weer een veldpad op. In Bucheleure passeren we een kudde koeien, en direct daarna gaat het pad over een boerderijerf.
Voorbij Bucheleure kruisen we de D985 ter hoogte van La Croix de l’Arbre, waar bij de woning op dat kruispunt een houten wegkruis in de omheinde tuin staat.

Via Porny richting Jorse
Dan gaat het weer verder over prachtige veldpaden door een golvend landschap. Zoals je dat op veel plekken op het Franse platteland ziet, zien we ook hier weer de langgerekte mestbulten op weilanden, waar de boeren hun mest verzamelen en laten liggen, totdat een grote partij mest op zeker moment over het grasland wordt uitgereden.
Op veel graanstoppelakkers liggen nog de dikke strorollen, die van het land moeten worden gehaald.
Voorbij de boerenhoeve van Le Chassigneux moeten we het asfaltweggetje gaan verlaten, om een veldpad op te gaan. Dat doen we op de plek waar de Nederlandse familie Wouters indertijd een richtingbordje heeft geplaatst naar hun overnachtingsaccommodatie zo’n drie kilometer verderop aan het pelgrimspad.
We volgen wederom zo’n prachtig veldpad door een glooiend landschap.
En ook hier af en toe weer zo’n dode boom, die men gewoon in het landschap laat staan, in afwachting van het omvallen bij bijvoorbeeld een harde storm.

Duits en Nederlands in Jorse 
Als we Jorse bereiken, komen we eerst langs een grote vijver. 
In een hoekje bij de vijver staat een oldtimer, een Peugeot 204.
De lang niet meer in gebruik zijnde auto is al deels verscholen door het er omheen opklimmende groen. 
In de bocht van de weg staat nog een oldtimer, een blauwe bestelbus.
En bij de ingang van het erf van een woning met twee bijgebouwen staat een oldtimer bromfiets.
De Franse timmerlui die bij één van de bijgebouwen aan het werk zijn, vertellen dat hier een Duitse eigenaar woont. Tegen de muur van de woning staat een houten schot, met daarop de verwelkoming in het Nederlands – Welkom – en in het Frans – Bienvenue.
De mannen vertellen dat het huis van Wouters een eindje verderop staat.
Bij de Gîte d’Etappe van de Nederlandse familie Wouters aangekomen, zien we het naambordje Tathata hangen.
We gaan het erf op, en ontmoeten daar weduwe Wouters, met wie we een praatje maken over haar bijzondere verhaal van wonen en werken in Frankrijk. De strekking ervan is dat het in het leven niet altijd zo gaat als je had gedacht en gehoopt.
Na deze ontmoeting nemen we afscheid van haar, en verlaten we haar erf, en laten daarmee dan ook het buurtschap Jorse achter ons.

De berg Tharot af
We klimmen nu naar de top van de Mont Tharot, op een hoogte van 392 meter. 
Ondertussen fietst mevrouw Wouters ons nog even groetend voorbij.
Vanaf die Mont Tharot gaat het dan over half verharde en verharde veldwegen bergafwaarts, en zien we zo’n twintig minuten later de plaats Issy-l’Evêque in het dal rechtsvóór ons liggen.
Om 14:40 uur wandelen we deze plaats van onze dagbestemming binnen.
Bij één van de oorspronkelijke twee burchttorens van deze plaats betreden we de binnenruimte van dit dorp.
Daar zien we rechts van ons een oud poortgebouw.
En links van ons staat de kerk van Issy-l’Evêque, de Sint-Jacobuskerk.

Jacobus in de Sint-Jacobskerk van Issy-l’Evêque
Gisteren zag ik in de kerk van Larochemillay al een kerkraam van Jezus en de Emmaüsgangers, en hier is het weer raak, want ook hier zien we een kerkraam dat dat verhaal afbeeldt. 
Maar voor ons als pelgrims is wel heel bijzonder dat in deze kerk een beeld staat van de heilige Jacobus.
Sint Jacobus is de beschermheilige van de pelgrims, en ook de patroon van dit dorp, getuige de tekst die op de opengeslagen Bijbel van de heilige Jacobus is te lezen.
In het koor van de kerk zien we verschillende fresco’s, aan de binnenmuur, maar ook op het ronde plafond van het koor. 
En tot onze tweede verrassing zien we ook een kerkraam met daarop de voorstelling van Sint Jacobus.
We zijn dan ook heel blij dat deze kerk opengesteld is, zodat wij al dat moois omtrent Jacobus kunnen bekijken.
En er is veel meer te zien, want de kerkramen van deze kerk zijn prachtig vormgegeven. 
Zo zien we bijbelse voorstellingen, maar ook decoratieve kerkramen in gekleurde vlakken, heel mooi allemaal.
We maken een rondje door het schip van de kerk, om van al dat moois te genieten aan het eind van deze prachtige etappe.
Buiten gekomen, gaan we door het poortgebouw naar het dorpsplein waar onze auto staat. Voordat we instappen, vinden we een heerlijk koele plek op twee bankjes op het plein in de schaduw van een grote boom, waar we onze lunchpauze hebben, want dat was er op deze hele mooie route nog niet eens van gekomen.
Het is rond 15:30 uur als we met de auto van Issy-l’Evêque terugrijden naar Gare de Millay, waar we onze fietsen afhalen in La Goulette. Met de fietsen weer bij ons achter op de auto, rijden we tot slot terug naar onze camping in Luzy, terugkijkend op een hele mooie etappe van dit pelgrimspad.

Pelgrimeren van Glux-en-Glenne naar Millay

Pelgrimsroute van Vézelay (F) via Le Puy-en-Velay (F) naar Santiago de Compostela (S)
Van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensis (GR13 & GR3)
Verbindingsroute van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Pelgrimeren van Glux-en-Glenne naar Millay
Dinsdag 15 juli 2025 – 18,7 km lopen & 23,9 km fietsen.
Dag 6: 99,7 – 118,4 km
 
In de kleurrijke Eglise Saint-Pierre van Larochemillay



















Verbindingsroute voor pelgrims van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Tijdens onze eerste pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2005 tot en met 2012 van het Friese Sint-Jacobiparochie (NL) via het Franse Vézelay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Lemovicensis naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Tijdens onze tweede pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2011 tot en met 2015 van het Franse Le Puy-en-Velay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Podiensis wederom naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Dit jaar (2025) gaan we de verbindingsroute voor pelgrims lopen van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensies, van Vézelay zuidwaarts naar Le Puy-en-Velay. Die pelgrimsroute heeft volgens de pelgrimsgids van Francois Lepère - ‘Chemin de Compostelle de Vézelay au Puy-en-Velay’ (2024) - een lengte van 452 kilometer, door Lepère in 17 etappes beschreven via de GR13 & GR3. Wij zijn van plan deze verbindende pelgrimsroute in 24 etappes te lopen.

Eerst fietsen van Millay naar Glux-en-Glenne
Vandaag wandelen we daarvan de 6e etappe, van Glux-en-Glenne naar Millay, over een etappe-afstand van 18,7 kilometer.
Voordat we die etappe gaan lopen, fietsen we eerst van Millay naar Glux-en-Glenne, over een afstand van 23,9 kilometer.
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping La Bedure in het Franse Luzy.  
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:10 uur, en rijden we met de auto – met er achter op het fietsenrek onze fietsen – van Luzy naar Gare de Millay, waar we onze auto parkeren op de Aire de la Pierre de Saint-Maurice, op de kruising van de D124 en de D981. Dan fietsen we van Gare de Millay naar Glux-en-Glenne, waar we onze fietsen stallen bij de bushalte in het dorpscentrum.
Het is vanmorgen 19 graden Celsius als we vertrekken. De zon zien we nog niet, want het is nagenoeg geheel bewolkt, en er waait vandaag doorgaans een frisse wind. Het wordt wel een zomerse dag met wisselvalligheid met betrekking tot zon en bewolking. De temperatuur loopt vandaag op tot zo’n 27 graden Celsius tijdens onze etappe. We hebben vandaag een aangename wandeldag.

Van Glux-en-Glenne naar l’Echenault
Om 9:00 uur staan we bij onze fietsen bij de bushalte in Glux-en-Glenne klaar voor vertrek.
Langs de hoog geplaatste dorpskerk lopen we bergafwaarts het dorp uit.
Ook vandaag gaan we de route volgen volgens de pelgrimsgids van Francois Lepère, maar die is niet overal bewegwijzerd, dus we zullen ook vandaag op bepaalde locaties weer regelmatig moeten onderzoeken hoe we met behulp van de GR13-bewegwijzering, en de routelijnen van Organic Maps de aangegeven route uit onze routegids correct lopen. Dat vraagt onderweg de nodig oplettendheid.
Over de D300 lopen we via Le Cabinet naar het boeren-gehucht l’Echenault. 
Aan de andere zijde van het buurtschap staat een wegkruis.
Op die T-kruising van de D300 en de D18 komt net op dit moment een grote vrachtwagen aanrijden met een aantal lange boomstammen op de aanhanger.
Als we een eindje de D18 klimmend hebben gevolgd, zien we achteromkijkend nog het buurtschap l’Echenault en het dorpje Glux-en-Glenne in de verte liggen.
Dan draaien we hogerop de beboste helling op, waar we langs een viertal wegwerkers komen, die bezig zijn met de reparatie van het asfalt-wegdek.

Het Gallische Oppidum Bribacte
Om 10:00 uur arriveren we bij het archeologiemuseum van Bribacte, op de plek waar al vóór onze jaartelling het omheind kamp (oppidum) Bribacte als hoofdstad van het land der Eduenen is gebouwd, het volk dat strijd leverde tegen Caesar en de Romeinen.
Deze belangrijke archeologische vindplaats bevindt zich op de 821 meter hoge berg Mont Beuvray. De eerste openluchtlocatie die we passeren, is een simulatieomgeving voor archeologie-onderwijs voor kinderen, die hier onder tentdoeken opgravingen kunnen doen in de grond in aangewezen onderzoeksvlakken.
Op deze locatie voor educatieve doeleinden, staat ook een tent, waarin we een foto-expositie bekijken van het archeologische werk dat hier al vele jaren door archeologen uit binnen- en buitenland is verricht.
Het resultaat daarvan zien we in het veld net voorbij deze tenten.
Een kwartiertje later komen we bij een tweede vindplaats.
Hier is een hele grote tent opgebouwd, waaronder archeologiestudenten druk in de weer zijn met het nodige graafwerk.
We kunnen hoog over ijzeren vloerplaten er langs lopen, en zien bijvoorbeeld dat resten van bouwstenen uit de grond worden gehaald, om ze af te voeren voor nader archeologisch onderzoek.
Op deze locatie werken zo’n twintig studenten aan het graafwerk.
Op deze vindplaats houden we onze koffiepauze op enkele boomstammen, die hier als zitplaats voor de medewerkers onder een boom zijn gezet.

Archeologiestudenten uit verschillende landen aan het werk op de Mont Beuvray
Na deze koffiepauze verlaten we deze tweede opgravingslocatie, en klimmen we verder de Mont Beuvray op. Bij een hele grote boom moeten we rechtsaf, waar zo ongeveer de afdaling inzet. 
We zijn nog maar net aan het afdalen, als we langs een derde opgravings-locatie komen, aan de rand van het hellingbos. 
Ook hier zijn studenten druk in de weer om al gravend zaken van belang op te graven. Van een begeleidster horen we dat dit archeologiestudenten zijn van de universiteiten van Parijs, Straatsburg, Bordeaux, en van een Roemeense universiteit.
Nu volgt een hele lange en op veel plekken steile afdaling van de Mont Beuvray. Hier en daar gaat het om mooie bospaden, maar er zijn ook heel veel stukken bij waar we voorzichtig moeten laveren tussen rotsen en stenen. Op een gegeven moment krijgen we door de bomen van het bos het uitzicht op de vallei aan de andere zijde van deze berg.
Na zo’n drie kwartier alleen maar afdalen komen we uit op een asfaltweg bij de moulin van Terrier.

Via Plantelune naar Larochemillay
We gaan verder over asfalt, hoog langs een beekje in de diepte rechts van ons.
Bij Plantelune verlaten we het asfalt, om dan over een karrenspoor hogerop het agrarisch berggebied in te gaan. Verderop zien we op grote hoogte alvast de kerk en de burcht van Larochemillay, waar we nu naar op weg zijn.
En rechts van ons krijgen we af en toe door de boomzoom heen prachtige vergezichten over de vallei en de bergen van de Morvan.
Vlak vóór Larochemillay wordt het een kwestie van even danig onderzoeken hoe we met alle gegevens die ons ter beschikking staan, de juiste weg naar, door en voorbij Larochemillay moeten vinden, en dat lukt feilloos, waardoor we om 13:30 uur de plaats Larochemillay binnenwandelen.
Langs een donjon en een restaurant lopen we naar de kerk.
Ook naast de kerk staat een donjon, beide aan het grote kerkplein.
Tussen de kerk en de donjon staat een groot oorlogsmonument, ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, met bovenop het monument weer zo’n groot beeld van een soldaat, zoals je dit in veel Franse dorpen ziet.
We gaan de Eglise Saint-Pierre in om deze kerk te bezichtigen.
Deze kerk heeft een bijzonder kleurrijk interieur.
In het koor van de kerk zien we twee fresco’s, waarschijnlijk van het bijbelverhaal van de vijf broden en de twee vissen, en van de Emmaüsgangers.
Prachtig is het hoe zo’n oude kerk nog in haar oude luister is te bekijken.
Als ik de kerk uit loop, zie ik links vóór me aan de overzijde van het kerkplein een ijzeren roldeur van een garage, die op een bijzondere wijze in vlakken in verschillende kleurtinten is bespoten.
Op een bankje in de schaduw houden we onze lunchpauze op het stille kerkplein tegenover de Sint-Pieterkerk.

Snelle vader & zoon op mountainbike met duozit
Na deze lunchpauze verlaten we Larochemillay, en ook dan weer moeten we eerst even goed bekijken welke route we nu nog moeten lopen vanuit deze plaats naar de locatie van onze dagbestemming.
In een vrijwel rechte lijn gaan we nu zuidwaarts, en hebben we nog zo’n zes kilometer te gaan, waarbij we eerst het buurtschap Le Bois de Velle doorkruisen.
Net buiten dit buurtschap ontmoeten we een Nederlandse vader met zijn zoontje, die zojuist van beneden hier naar boven zijn gefietst. De vader staat nog te hijgen van de inspanning, en het zoontje van drie jaar staat in de berm ons gade te slaan. Zijn vader heeft een zadelstang tussen de stuurpen en de zadelpen van zijn mountainbike, waar een zadeltje op is bevestigd, waarop de vader het jongetje van drie jaar mee neemt tijdens zijn fietstochten. De jongen heeft een mooie blauwe fietshelm op met dino’s erop afgebeeld.
We maken een praatje met vader en zoon, en gaan na zo’n kwartiertje verder bergafwaarts.
Vader en zoon eten en drinken nog iets, maar vader heeft ons al verteld dat hij straks terug afdaalt met zoonlief. Ze zullen ons dan met hoge snelheid voorbij fietsen tijdens hun afdaling, en we maken de afspraak met de driejarige dat ze zullen bellen met hun fietsbellen als ze ons naderen.
Als we dan een tijdje later op een T-kruising staan, zien en horen we ze aankomen. 
Met hoge snelheid komen ze naar beneden, al bellend, en het jongetje heeft de grootste pret voorop de fiets met ons in beeld.
In een ommezien zijn ze ons voorbij gezoefd, en dan al weer uit beeld voorbij de volgende bocht.

Dagbestemming Gare de Millay
In een veel lager tempo, maar wel gestaag, dalen wij verder af over de D124. Om 15:20 uur arriveren we in het buurtschap Gare de Millay.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat we al direct daarna de spoorlijn bij het treinstation van Millay kruisen.
En dan is het nog maar zo’n 200 meter verder naar de parkeerplek van Aire de la Pierre de Saint-Maurice aan de D981. Dit is de plek waar onze auto staat, waar onze etappe van vandaag dus eindigt.
We rijden terug naar Glux-en-Glenne om daar onze fietsen af te halen, en dan rijden we naar Luzy, waar we eerst tanken, en dan boodschappen halen in de plaatselijke supermarkt, alvorens we terugrijden naar onze camping in Luzy.

Pelgrimeren van Corcelles naar Glux-en-Glenne

Pelgrimsroute van Vézelay (F) via Le Puy-en-Velay (F) naar Santiago de Compostela (S)
Van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensis (GR13 & GR3)
Verbindingsroute van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Pelgrimeren van Corcelles naar Glux-en-Glenne
Maandag 14 juli 2025 – 18,1 km lopen & 18,4 km fietsen.
Dag 5: 81,6 – 99,7 km
 
Bergopwaarts door Villechaise

















Verbindingsroute voor pelgrims van Vézelay naar Le Puy-en-Velay
Tijdens onze eerste pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2005 tot en met 2012 van het Friese Sint-Jacobiparochie (NL) via het Franse Vézelay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Lemovicensis naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Tijdens onze tweede pelgrimage van Durkje en mij wandelden we van 2011 tot en met 2015 van het Franse Le Puy-en-Velay over de klassieke Franse pelgrimsroute van de Via Podiensis wederom naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Dit jaar (2025) gaan we de verbindingsroute voor pelgrims lopen van de Via Lemovicensis naar de Via Podiensies, van Vézelay zuidwaarts naar Le Puy-en-Velay. Die pelgrimsroute heeft volgens de pelgrimsgids van Francois Lepère - ‘Chemin de Compostelle de Vézelay au Puy-en-Velay’ (2024) - een lengte van 452 kilometer, door Lepère in 17 etappes beschreven via de GR13 & GR3. Wij zijn van plan deze verbindende pelgrimsroute in 24 etappes te lopen.

Eerst fietsen van Glux-en-Glenne naar Corcelles
Gisteren hebben we onze caravan verplaatst van Lormes naar Luzy, waar we voor het blokje van de volgende vier wandeldagen bivakkeren op Camping La Bedure van Luzy. Vandaag is het Quatorze Julliet, de beroemde nationale feestdag van Frankrijk. 
Vandaag wandelen we de 5e etappe, van Corcelles naar Glux-en-Glenne, over een etappe-afstand van 18,1 kilometer.
Voordat we die etappe gaan lopen, fietsen we eerst van Glux-en-Glenne naar Corcelles, over een afstand van 18,4 kilometer.
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping La Bedure in het Franse Luzy.  
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:20 uur, en rijden we met de auto – met er achter op het fietsenrek onze fietsen – van Luzy naar Glux-en-Glenne, waar we onze auto parkeren op het kerkplein. Daar is gisteren de kranslegging geweest bij het oorlogsmonument naast de kerk. 
Dan fietsen we van Glux-en-Glenne naar Corcelles, waar we onze fietsen stallen in het dorpscentrum.
Het is vanmorgen 19 graden Celsius als we vertrekken, en de temperatuur schommelt tussen de 16 en 19 graden gedurende onze autorit naar Glux-en-Glenne. De zon zien we nog niet, want het is nagenoeg geheel bewolkt, en er waait een frisse wind. Wel  belooft het vandaag  weer een zomerse dag te worden. De zon schijnt af en toe, en de temperatuur loopt vandaag op tot zo’n 27 graden Celsius tijdens onze etappe. We hebben vandaag een aangename wandeldag.

Van Corcelles naar hoeve Les Arbonnes in Le Pommoy
Vlakbij de plek waar we onze fietsen hebben gezet, staat een oude schuur, waarin het haardhout keurig is opgestapeld voor het komende stookseizoen.
Nadat we onze fietsen hebben gestald op de T-kruising in het dorpscentrum van Corcelles, 
gaan we om 9:20 uur op stap. Daartoe wandelen we over de D388 Corcelles uit, en gaat het via een klimmende slingerbeweging via deze asfaltweg naar de veel bredere D978. Waar deze twee wegen bij elkaar komen, gaan we een klein eindje in westelijke richting Le Pommoy in. 
Bij de eerste boerenhoeve Les Arbonnes van Le Pommoy verlaten we de D388, en gaan we het smalle asfaltweggetje op in zuidwestelijke richting. 
Ook bij Les Arbonnes ligt de boerenschuur voor een groot deel al vol haardhout.

Bosroute over en langs vier bosbeken
Het valt ons op dat de pelgrimsroute hier in het geheel niet is bewegwijzerd door het bos. De GR13-route loopt veel westelijker door dit grote bosgebied, dus ook op de wit-rode strepen kunnen we niet navigeren. Daarom gebruiken we onderweg de app Organic Maps op die plekken waar we zeker willen zijn dat we ‘en route’ blijven in dit uitgestrekte woud. 
Het asfaltweggetje gaat steeds dieper het bos in, en waar we een hoog punt in het bos hebben bereikt, eindigt het asfalt, en gaan we over een brede karrenspoor-allee nog dieper het bos  in. Na een eindje naar beneden gelopen te hebben, steken we een smal bosbeekje over, en dan gaat het weer omhoog, het beekdal uit. 
Verderop gaan we nog eens over twee bosbeekjes, die we oversteken via een stenen bruggetje.
We blijven alsmaar het brede karrenspoor door het bos volgen, totdat we na ongeveer een uur in een diepe kuil vóór de vierde waterloop staan, namelijk La Croisette. 
Die moeten we voorzichtig oversteken via de stapstenen die in het beekje liggen.
Als we daarna de diepe rivierkom uit klimmen, arriveren we bij de asfaltweg van de D179.

Van Col de la Croisette via Franay en Le Moullé du Plat naar La Planche
Over de asfaltweg van de D179 gaat het dan bergopwaarts naar de Col de la Croisette, die op een hoogte van 623 meter ligt. 
Hier houden we om 11:15 uur onze koffiepauze op een stapel hakhout tegen de bosrand. 
Na deze koffiepauze gaat het verder langs de D179 naar Franay.
In slechts vijf minuten zijn we erdoor, en verlaten we de bebouwde kom van dit gehucht.
Omdat we op zo grote hoogte lopen, hebben we af en toe wel heel prachtige vergezichten door de valleien en over de bergen van de Morvan.
Vlak vóór Le Moullé du Plat verlaten we de D179, want over steeds smallere asfaltweggetje moeten we naar het buurtschap La Planche.
Eerst lopen we over het erf van een woning, en daarna achter een ander huisje langs, en dat is dan La Planche.
Het gaat nu de hoogte in, dus als we bij het volgende gehucht  komen, biedt de terugblik een prachtig vergezicht over de dalen en bergen van de Morvan.

Villechaise
Dat volgende buurtschap is Villechaise, dat we bij een boerderij binnenwandelen om 13:00 uur.
We doorkruisen dit typisch Franse gehucht.
Aan het eind van het plaatsje staat een wegkruis, met daaraan een beeld van de gekruisigde Jezus.
Dan verlaten we daar Villechaise over een asfaltweg.
Al snel gaan we dan een hellingpad op, dat parallel aan die asfaltweg loopt.
Om 13:20 uur krijgen we vanaf dat mooie hellingpad voor het eerst het zicht op Glux-en-Glenne.
Glux-en-Glenne is de dagbestemming van vandaag voor ons.
Over het hellingpad langs Glux-en-Glenne is een dikke boom omgevallen.
Met enige acrobatiek kunnen we onder en over de stam en de takken toch verder.

Glux-en-Glenne
Met een brede bocht gaat het hellingpad deels om Glux-en-Glenne heen, en dan om 13:40 uur arriveren we in de bebouwde kom van Glux-en-Glenne.
We passeren het modern ogende archeologisch onderzoekscentrum, en zien verderop in het begin van het dorp een houten zitbank staan, waarop we onze lunchpauze houden.
Dan komt van rechts een Normandisch gezin aanlopen, bestaande uit de vader die een zoontje op zijn rug draagt, en een moeder die een bepakte ezel leidt, waarop een jongen rijdt.
Ze vertellen dat ze een driedaagse wandeltocht hier in deze regio maken met de beide kinderen, en met de zwaar bepakte ezel. Zijn ouders zijn vandaag de Pyreneeën overgestoken, en gearriveerd in Roncesvalles, waar ze de camino te zijner tijd willen vervolgen.
Wij lopen door naar de dorpskerk.
We gaan de kerk binnen, en bekijken het interieur van de kerk, waaronder het koor, en daarvan ook het beschilderde koorplafond.
We maken een rondje door het schip van de kerk. 
In de kerkzaal is een expositie ingericht van fotomateriaal, beschrijvende teksten, en een groot aantal kerkelijke gebruiksvoorwerpen, die merendeels in vitrinekasten zijn tentoongesteld.
Na dit kerkbezoek gaan we naar onze auto, die hier op het kerkplein staat, en rijden we terug naar onze camping in Luzy.



Reisdag van Lormes naar Luzy

Zondag 13 juli 2025
 
Campingconcert in Luzy van Normandische fluitist

















Lormes
Durkje en ik slapen op Camping de l’Etang du Goulot in het Franse Lormes lekker uit tot 8:00 uur, staan dan op, en ontbijten van het brood dat we gisteren bij de campingreceptie hebben besteld. 
Daarna gaat Durkje op de fiets naar de supermarkt in het dorp om daar de boodschappen voor vandaag, morgen en dinsdag te halen. 
Dinsdagmiddag komen we weer in een supermarkt, en morgen is het de Franse, landelijke feestdag van Quatorze Julliet (14 juli). Ondertussen maak ik de caravan gereed voor vertrek.
Om 11:05 uur zijn we klaar voor vertrek, en nemen we afscheid van het campingbeheerdersechtpaar van Camping de l’Etang du Goulot. 

Luzy
Dan rijden we in ongeveer anderhalf uur van Lormes via Châteaux-Chinon naar Luzy, waar we een kampeerplek uitzoeken op de nagenoeg lege Camping La Bedure van Luzy. De Nederlandse beheerder is de vader van de Nederlander die deze oorspronkelijk municipal-camping heeft gekocht, en die op de erbij gekochte grond ook glamping-tenten is gaan plaatsen en verhuren. Campinggasten mogen vrij zwemmen in het gemeentelijke zwembad dat we vanaf de camping kunnen betreden.
We kiezen een mooie grote schaduwrijke plek met uitzicht op het centrum van de camping, en installeren daar de caravan.
Daarna lunchen we bij de caravan, en ’s middags is er volop tijd om te rusten, en alles in gereedheid te brengen voor de komende vier wandeldagen van onze zomerpelgrimage 2025.
Tijdens onze autorit rond het middaguur is de temperatuur al zo’n 26 graden, en die loopt verder in de middag nog hoger op. Gelukkig waait het regelmatig heerlijk verkoelend, en in de schaduw naast de caravan is het aangenaam vertoeven.

Mini-fluitconcert op Camping La Bedure
Om half zeven vanavond zijn we als campinggasten uitgenodigd om aanwezig te zijn bij een miniconcert van een Normandische fluitist. Hij reist op een fiets met kampeerspullen rond door Frankrijk en is genodigd om vanavond ter gelegenheid van Quatorze Julliet (14 juli) een concert te verzorgen verderop in Luzy. Hij overnacht twee nachten bij ons op de camping, en is bereid om voor alle campinggasten een miniconcert te verzorgen. 
Als hij begint te fluiten, gaan Durkje en ik met onze campingstoelen naar hem toe, en even later volgen ook de meeste andere campinggasten, en zitten we met z’n allen in een halve kring om hem heen. Hij fluit op verschillende soorten fluiten, speelt voornamelijk Ierse en Keltische volks-dans-muziek, en tussen zijn muziekstukken vertelt hij iets over zichzelf, over zijn fluiten en over de muziekstukken die hij voor ons speelt. Ongeveer drie kwartier zitten we in het zachte avondzonnetje genoeglijk bij elkaar, en luisteren naar mooie fluitmuziek.
Vanavond barbecuen we, en zijn we klaar voor het volgende blokje van vier wandeldagen; morgen te beginnen in Corcelles.