Donderdagavond 15 mei 2025
Evacuatie naar Fryslân
In 1942 werd de Atlanktikwall gebouwd. Dat is de meer dan 5.000 kilometer lange verdedigingslinie, die Nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog langs de westkust van de bezette gebieden in West-Europa heeft aangelegd, zulks ter voorkoming van een geallieerde invasie.
Door de aanleg van die Atlantikwall moesten veel mensen hun huis verlaten. Zo ook de toen zevenjarige Jan Klaas Grin en zijn familie. Zij lieten noodgedwongen IJmuiden achter zich en werden naar Fryslân geëvacueerd. Ze kwamen terecht op een boerderij aan de weg naar Quatrebras en moesten zich daar toen razendsnel aanpassen, wat tegenwoordig 'integreren' wordt genoemd.
De nu 90-jarige Jan Klaas Grin wordt vanavond in Tresoar te Leeuwarden door Douwe Kootstra geïnterviewd over Grins jeugdervaringen tijdens zijn verblijf tijdens de oorlog in Fryslân.
Avond in het teken van ‘Twadde thús'
Deze avond staat in het teken van de expositie ‘Twadde thús’, die tot en met 30 september 2025 kan worden bezocht in Tresoar te Leeuwarden.
In de Tweede Wereldoorlog vonden tienduizenden evacués in Fryslân tijdelijk een tweede thuis. Talloze gastgezinnen openden hun deuren - en soms hun harten - voor deze ontheemde gezinnen. Families uit onder meer Roermond, Arnhem en IJmuiden – zoals ook de familie Grin - moesten halsoverkop hun huis verlaten, omdat de Duitse bezetter ze daartoe dwong. Na een zware reis kwamen ze in een vreemde omgeving terecht.
In de tentoonstelling Twadde Thús staan verhalen van enkelen van die evacués centraal.
Massale evacuatie in de Tweede Wereldoorlog
Voorafgaand aan het interview van Kootstra met Grin geeft Eddy van der Noord vanavond een inleidende lezing over de ongeveer 30.000 evacués die in de Tweede Wereldoorlog Limburg en Fryslân verbonden door die oorlog.
In zijn lezing gaat Eddy in op twee hoofdthema’s uit zijn hierover verschenen boek.
1. Ten eerste gaat Van der Noord in op de achtergrond van de massale evacuatie:
- Waarom werden er in januari en februari 1945 zo’n 30.000 burgers uit Roermond en uit de aanpalende dorpen geëvacueerd en naar Fryslân vervoerd?
- Hoe kwamen die evacués hier in Fryslân, in de tijd van de Duitse bezetting, tijdens de oorlog, in een grotendeels vernielde infrastructuur?
2. Het tweede thema dat Eddy van der Noord vanavond bespreekt, is de opvang in onze provincie:
- Waar werden deze evacués ondergebracht?
- Hoe werd dat geregeld?
- Hoe gingen de Friezen met de Limburgers om, immers, mensen met – van beide zijden - een volstrekt andere cultuur en taal?
Eddy van der Noord over de evacuatie naar Fryslân
Schrijver-uitgever Eddy van der Noord begint met zijn inleiding over hetgeen hij in zijn boek heeft geschreven.
Deze evacuatie speelt en leeft tot op heden veel meer in Limburg dan in Fryslân, zo bleek tijdens het onderzoek ten behoeve van dit boek.
In Roermond kreeg Eddy te horen over de geschiedenis van de evacuatie vanuit Limburg naar Fryslân.
- Als na D-Day het zuiden van Nederland al is bevrijd, verwachten de inwoners van Roermond dat zij ook snel bevrijd zouden worden. Maar er werd in en bij Roermond nog zwaar gevochten. Engels en en Canadezen bestookten Roermond met bommen, waardoor Roermond zwaar beschadigd werd. Het Roermondse burgerbestuur werd afgezet, en een Duits militair bestuur werd daarvoor in de plaats geïnstalleerd.
- Toen de strijd steeds heviger en te hevig werd, zei het Duitse stadsbestuur dat de stad Roermond geëvacueerd moest worden, omdat de inwoners van Roermond met wat zij van de stad en van omgeving wisten, de geallieerden informatie konden geven.
- In de regio konden ze de inwoners van Roermond niet kwijt, dus werden de mensen geëvacueerd naar het noorden van het land, naar met name Fryslân. Ze moesten zich op 21 januari 1945 met de nodige persoonlijke spullen (maximaal 30 kilo) melden om de stad te verlaten. Ze moesten vanuit Roermond 18 kilometer lopen naar het Duitse Brügen.
- Maar, niemand kwam, dus de Duitsers waren woest, en kamden de hele stad uit, en in colonnes van 500 inwoners werden ze de stad uit getransporteerd. Het werden al met al 16 treintransporten, dus totaal moeten het er ongeveer 30.000 mensen zijn geweest, uit Roermond en nabije omgeving.
- Het werd voor de evacués al lopend een loodzware tocht om die 18 kilometer te gaan lopen van Roermond naar Brúgen. Het was namelijk hartje winter, ze moesten lopen door een dik pak sneeuw, bij stormachtige wind, en nota bene 12 graden vorst. Het werd een hele treurige situatie, sowieso al voordat ze op de trein werden gezet richting het noorden van Nederland.
- De meeste treinen deden er twee tot vier dagen over om in het noorden aan te komen. Treinen werden regelmatig ook beschoten door de geallieerden, want die konden niet zien dat er geen munitie, maar mensen in zaten. Er zijn tenminste 22 doden bij gevallen, en onderweg waren er ook twee bevallingen.
- Eddy van der Noord heeft tijdens zijn onderzoek voor zijn boek onder andere Jan Dosker geïnterviewd, die als jongetje mee ging van Roermond naar Fryslân. Jans vader was al opgepakt door de Duitsers en kwam terecht in concentratiekamp Buchenwald en in Kamp Vugt. Vader kwam na de oorlog wel weer thuis. Maar de moeder ging met vijf kinderen op 24 januari 1945 op last van de Duitsers van Roermond lopend naar Brügen. Hun trein werd gebombardeerd op een station, waardoor Jan zijn broers zwaar gewond raakten (en snel daarna stierven). Jan zijn zussen waren vreselijk overstuur, en zijn moeder werd al gedood bij het bombardement. De meeste overledenen van die trein kwamen in een lokaal Duits massagraf, maar de moeder van Jan werd elders begraven, en is later herbegraven in Roermond.
It komt op jo paad, en dan helpe jo dizze minsken!
- Evacué Jan Dosker ging na dat dramatische bombardement met de volgende trein vanuit Duitsland naar Leeuwarden, en Jan kwam toen in Leeuwarden bij een vrouw in huis, waar hij wel een goede tijd had. Jan heeft nadien – na de oorlog weer terug in Roermond – toch een goed leven gehad; hij werd later burgemeester. Jan Dosker is een voorbeeld van de grote veerkracht die mensen hebben en laten zien.
- 20.000 mensen uit Roermond kwamen in Leeuwarden in een centrale opvang. Daar werd hen een slaapkwartier toegewezen. Van hieruit gingen de evacués de hele provincie in, waar ze bij Friezen thuis gingen inwonen.
- Fryslân heeft in de Tweede Wereldoorlog totaal minimaal 40.000 evacués opgevangen, waarvan de helft uit Roermond en omgeving.
- Het werd overigens wel een botsing van culturen, bijvoorbeeld kerkelijk, en qua taal en eetgewoonten. Mede daardoor ging het ook wel eens verkeerd in de gastgezinnen, maar doorgaans is deze opvang goed verlopen.
- Centraal werd hiertoe door de overheid heel veel geregeld om deze evacuatie zo goed mogelijk te laten verlopen van de stad Leeuwarden naar veel steden en dorpen en dorpjes in heel Fryslân.
- Wellicht zouden wij – bijvoorbeeld bij de opvang van Oekraïners tegenwoordig - nog iets kunnen leren van de Friese organisatiegraad in oorlogstijd.
- De burgemeester wees de evacués toe aan de gastgezinnen in Fryslân. Die gastgezinnen kregen dat dus van de burgemeester opgedragen. Daartegen kon niet worden gereclameerd.
- Op 1 maart 1945 werd Roermond bevrijd. En Leeuwarden op 15 april 1945. In die tussentijd hadden de Limburgse evacués natuurlijk heel veel heimwee, en zaten ze in spanning over hoe het er bij terugkeer thuis in Roermond uit zou zien. Vanuit Limburg werd het transport georganiseerd om vanuit Fryslân weer terug te keren naar de stad Roermond, die toen trouwens grotendeels in puin lag.
- De vreugde van de bevrijding was er wel, maar die had een nare nasmaak, vanwege alle persoonlijke leed en wegens de zwaar vernielde stad.
De Fries Bonne Dijkstra heeft 18 evacué-kindjes uit Limburg laten begraven in 18 witte wiegen. Deze graven waren lang anoniem, wat naast het overlijden van de kinderen natuurlijk op zich ook uiterst triest is. Alle 18 overlijdensregisters van die kindjes zijn gelukkig door onderzoek van Eddy van der Noord uiteindelijk boven water gekomen. Deze kinderen hebben uiteindelijk door de inzet van Eddy van der Noord en anderen een monument gekregen, en daarmee is aan alle 18 begraven evacué-kindjes weer een naam gegeven.
Interview van Douwe Kootstra met Jan Klaas Grin
- De zevenjarige Jan Klaas Grin woonde in het begin van de Tweede Wereldoorlog in IJmuiden in een gezin van vader, moeder en zes kinderen.
- In het begin van het tweede oorlogsjaar moest het gezin vertrekken uit IJmuiden, in de trein. Jan wist op dat moment niet waar ze naar toe gingen. Ze kwamen uiteindelijk in het Friese Veenwouden terecht. Jan heeft dat ervaren als een 'op reis' zijn, en beschouwde dat als één groot avontuur. Maar zijn ouders zullen dat vast wel als heel spannend hebben ervaren. De familie Grin kwam tijdens de evacuatie in de Tweede Wereldoorlog daarmee terecht in de Friese gemeente Tietjerksteradeel.
- In Veenwouden kwamen ze aan in de bus, en daar werden ze gedropt bij boer Frits Veenstra. Jan vond het er stinken, want hij was nog nooit op een boerderij geweest. De gezinsleden werden verdeeld. Jan en zijn oudere broer Piet werden samen bij elkaar ingedeeld bij 'omke Jitze & tante Tine' de Vries. De andere kinderen werden elders toegewezen, maar de ouders en het jongste kindje bleven in het voorhuis van de boerderij van Veenstra.
- Ze hadden nog nooit Fries gehoord. Jan pakte dat wel razendsnel op, maar zijn Fries was in het begin natuurlijk allesbehalve Fries.
- Uiteindelijk zijn zij als gezin Grin nooit weer uit Fryslân vertrokken, en zijn ze tijdens en na de oorlog geheel geïntegreerd in Fryslân.
- Het geloof speelde in de ogen van Jan Klaas geen grote rol in die evacuatietijd.
- Na een half jaar opvang (dat was de norm in die tijd) bij familie De Vries moesten Jan Klaas en Piet ergens anders naar toe, maar dat nieuwe adres was zeker geen pretje, want Jan Klaas en Piet kwamen terecht bij een nogal gierige familie. Die waren streng gereformeerd, en daar was in het geheel geen liefde en geen gezelligheid. Jan Klaas is daar ook ziek geweest. Er kwam later trouwens ook nog een hongerevacué bij bij de familie De Vries
- Jan Klaas en Piet moesten na het half jaar weer ergens anders naar toe, waarop Jan Klaas vond en zei dat het nooit slechter zou kunnen zijn dan bij de familie De Vries.
- "Als Piet er niet was geweest ……, want Piet stond altijd voor me klaar", aldus Jan Klaas.
- Na een half jaar kwamen Jan Klaas en Piet bij de boerenfamilie Rienks aan de Zwette. Zij waren wat ouder, heel liefdevol, en zij stonden altijd voor de jongens klaar.
- De beide jongens zijn daar twee jaren gebleven (ondanks het feit dat de reguliere termijn van een half jaar al heel lang voorbij was), totdat de oorlog voorbij was.
- Zijn zussen heeft Jan Klaas in de oorlog niet veel gezien, maar zijn ouders en het kleintje zagen ze wel regelmatig.
- Zijn ouders zaten uiteindelijk bij meester Bangma en zijn vrouw, De kachel in de school werd ook gebruikt om eten klaar te maken, dus Jan zijn vader ging af en toe het klaslokaal binnen om bijvoorbeeld in het eten te roeren.
- De integratie van vader ging al tijdens de oorlog heel snel. Hij was muziekleraar, en kreeg hier en daar een koor, of hij gaf pianoles. Dat werk bouwde zich steeds verder uit.
- Jan ging naar de school die dichtbij het evacuatieadres lag. Uiteindelijk is Jan naar vijf verschillende lagere scholen gegaan, in IJmuiden, Veenwouden, Noord Bergum, de Zwette en in Bergum.
Bevrijd Fryslân
- De bevrijding van Nederland en van Fryslân was een groot feest. Desondanks kan Jan Klaas zich daar weinig van herinneren. Zijn vader heeft daar overigens wel een groot feest voor opgezet, met veel muziek.
- Op de weg tussen Groningen en Leeuwarden was toen veel verkeer. Op Quatrebras viel Jan Klaas op dat er Canadezen waren die op een motor reden, op een Harley Davidson.
- Na de bevrijding werd de familie Grin herenigd. Dat was één groot feest. Ze kregen een woning in Bergum. De meubels kwamen uit de opslag uit Haarlem.
- In Bergum hebben ze enkele jaren gewoond. Er werd thuis trouwens nadien heel weinig gesproken over de oorlog. Het leven ging door. Vader kreeg in Bergum meer muzieklessen en meer koren, en daarom verhuisden ze naar Drachten naar de Schrijnwerkersweg, waar hij muziekleraar werd in de Drachtster muziekschool. Douwe Kootstra vertelt daarover dat hij vroeger nog accordeonles van vader Grin heeft gehad. Als de in Fryslân gebleven vluchteling werd Grin een verrijking voor de regio.
- De kinderen Grin kregen van vader muziekles thuis op zondagmorgen, maar dat werd geen succes.
- Op 4 mei (Dodenherdenking) werd jaarlijks in huize Grin wel gesproken over de oorlog, maar hele gesprekken over de oorlog werden thuis niet gevoerd.
- Jan Klaas was natuurlijk nog heel jong in de oorlog. Na de oorlog werd hij leerkracht. Met zijn leerlingen sprak hij wel eens over de oorlog - met name ten tijde van de Dodenherdenking - maar hij heeft dat nooit goed kunnen overbrengen aan zijn leerlingen, aldus Jan Klaas.
Na afloop van deze indrukwekkende avondsessie bezoeken we nog de expositie 'Twadde thús' in de grote zaal van Tresoar.